Een dagvaarding van een gerechtsdeurwaarder bestaat uit een aantal onderdelen. Zo staan daar uiteraard  de namen van de eisende en de gedaagde partij in, de naam en het adres van het gerecht dat de procedure gaat behandelen en waar gedaagde verweer kan voeren, een uitleg van het geschil aan de rechter en wat de eisende partij concreet vordert. De Wet verplicht de gerechtsdeurwaarder ook om bepaalde informatie uitdrukkelijk aan gedaagde mede te delen; dat worden de zogenaamde procesrechtelijke aanzeggingen genoemd.

De aanzeggingen die in een dagvaarding opgenomen moeten komen worden met ingang van 1 januari 2025 met 2 aanzeggingen uitgebreid. Wij vertellen u graag waarom en welke dat zijn:

Aanzegging 1

In de procedure probeert de rechter vast te stellen wat de feitelijke en juridische waarheid is (de zogenaamde waarheidsvinding). Om dat (nog beter) mogelijk te maken worden partijen in de nieuwe Wet verplicht om de feiten die van belang zijn voor de beslissing van de rechter volledig en naar waarheid aan te voeren. Zowel de eiser als ook de gedaagde mogen zich in processtukken (zoals een dagvaarding)  niet beperken tot de eigen vordering of haar eigen mening, maar moeten aan de rechter ook aangeven of de andere partij het daarmee wel of niet eens was en waarom.

Om een enkel voorbeeld te noemen: als een verhuurder een huurder dagvaardt voor huurachterstand, dan mag de verhuurder er niet mee volstaan om alleen te stellen dat er huurachterstand is, maar moet die verhuurder  (als het zo is) bijvoorbeeld ook aangeven dat de huurder de huur onbetaald liet omdat hij van mening is dat het gehuurde gebrekkig is. Zelfs indien de verhuurder het daarmee niet eens zou zijn.

Zo’n aanzegging, dat alle partijen verplicht zijn  om de feiten volledig en naar waarheid aan na te voeren, moet expliciet in de dagvaarding worden opgenomen.

Aanzegging 2

Een andere, nieuwe, aanzegging die in een dagvaarding opgenomen moet worden is de aanzegging dat de rechter de feiten die door de ene partij worden gesteld en door de andere partij niet of niet voldoende zijn betwist, als vaststaand aanmerkt. Beide partijen moeten er in hun processtukken dus goed op letten dat zij heel duidelijk aangeven met welke feiten uit het verhaal van de andere partij zij het wel of niet eens zijn. En wat volgens hen dan wel de juiste feiten zijn.

Wat betekent dat in de praktijk?

Concreet betekent dit dat in de dagvaardingen van AGIN Timmermans die op of na 1 januari 2025 worden uitgebracht de navolgende twee nieuwe aanzeggingen zullen worden opgenomen, naast andere:

dat de eisende partij  en gedaagde verplicht zijn om de feiten die van belang zijn voor de beslissing van de rechter volledig en naar waarheid aan te voeren; 

dat de rechter de gestelde feiten of rechten die door een partij zijn gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist, als vaststaand moet beschouwen, behoudens de bevoegdheid van de rechter om bewijs te verlangen, zo vaak aanvaarding van de stellingen zou leiden tot een rechtsgevolg dat niet ter vrije bepaling van partijen staat;

En wat zijn de gevolgen als die nieuwe aanzeggingen niet in de dagvaarding staan?

Dan is de dagvaarding in beginsel nietig, of met andere woorden ongeldig. Soms komt het wel voor dat een rechter nog de gelegenheid geeft om zo’n nietigheid te herstellen door middel van een herstelexploot, maar dat hangt onder meer af van het feit in hoeverre de gedaagde door zo’n nietigheid al is benadeeld.    

Heeft u vragen over dit onderwerp? Onze AGIN Timmermans Legal Consultants en Juristen helpen u graag! T 088 411 12 13 M info@agintimmermans.nl