Wijziging beslag- en executierecht: bescherming of belemmering?


Wijziging beslag- en executierecht | Bescherming van de schuldenaar of belemmering van de schuldeiser?

De Minister voor Rechtsbescherming heeft op 17 juni jl. bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De wijziging betreft een herziening van het beslag- en executierecht, welke bij goedkeuring, zo lijkt het, behoorlijk wat stof kan doen opwaaien. Wij hebben voor u een aantal punten uitgelicht en onder elkaar gezet:

Beslagvrije voet bij bankbeslag

In tegenstelling tot het voornoemde wetsvoorstel spreekt de huidige wetgeving niet over het hanteren van een beslagvrije voet bij het leggen van een bankbeslag. In de praktijk zien we dit echter vanuit het beleid tot een bredere en betere schuldenaanpak en een advies van de Nationale Ombudsman al in veel gevallen wel gebeuren. Wel zijn er al uitspraken terug te vinden waarin weliswaar wordt aangegeven dat het niet verplicht is om een BVV toe te passen, maar dat door niets te doen, dat wel misbruik van bevoegdheid kan opleveren onder bepaalde omstandigheden.

Opmerkelijk is wel dat de in het wetsvoorstel genoemde BVV veel hoger ligt, dan zoals deze bij beslag op inkomsten. Naar alle waarschijnlijkheid ligt dit aan het feit gelegen dat het wetsvoorstel tot herziening van de beslagvrije voet, dat al geruime tijd klaar ligt, nog niet is aangenomen. In de “memorie van toelichting” wordt zelfs al gesproken over een overgangsregeling voor der periode dat de herziening van de beslagvrije voet nog niet is aangenomen.

Bankgegevens opvragen bij de bank

Onderdeel van het voorstel maakt tevens de mogelijkheid tot het opvragen van gegevens bij banken uit, waarbij zij verplicht zijn om te antwoorden. Deze bevoegdheid stelt deurwaarders in de gelegenheid om voorafgaand aan een beslaglegging, na te gaan of de betreffende debiteur houder is van een rekening met saldo. Deze bevoegdheid komt gerechtsdeurwaarders al toe indien zij het vermoeden hebben dat een derde periodiek betalingen aan de schuldenaar verricht (bijv. werkgever, uitkerende instanties, etc.). Bijzonder hier is dat de bevoegdheid tot informeren nog steeds niet wettelijk is geregeld, nu buitenlandse gerechtsdeurwaarders die bevoegdheid in de conservatoire fase wel hebben.

Overige opmerkelijke wijzigingen

Tot slot geven wij u hieronder, kort samengevat, nog een aantal wijzigingen die in het voorstel zijn opgenomen:
  • De termijn van vier weken, waarbinnen thans een derdenverklaring dient te worden afgegeven door een derdenbeslagene, wordt verkort naar een termijn van twee weken.
  • De aanzegging van een rechtsovergang, volgens art. 31 RV, zal verdwijnen voor die gevallen waarbij de overgang een gevolg is van een fusie of bij wet is bepaalt.
  • Volgens het voorstel kunnen executiegeschillen, aangaande vonnissen die afkomstig zijn van de Kantonrechter, ook daar aanhangig worden gemaakt.
Tot slot bevat het voorstel ook een, ogenschijnlijk, grote beperking die bij het aannemen van dit voorstel zal worden toegevoegd, namelijk een beslagverbod op de inboedel van een woning. Daarbij dient overigens wel gelijk te worden opgemerkt dat hierop nog een Algemene maatregel van Bestuur volgt, waarin zal worden bepaald dat bovenmatige inboedel (luxe, verzamelingen, etc.) wel in beslag mogen worden genomen.

Wenst u meer informatie over dit onderwerp, neem contact op met Team AGIN Legal van AGIN Timmermans via tel. 088 411 12 13.



Ook interessant voor u

In de kijker

Hoe kunnen wij u helpen?