Modernisering Personenvennootschappen


Modernisering Personenvennootschappen.

In het Nederlandse recht wordt onderscheid gemaakt tussen kapitaalvennootschappen en zogenaamde personenvennootschappen. Voorbeelden van personenvennootschappen zijn: de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap.


Kenmerkend aan personenvennootschappen - en onderscheidend van kapitaalvennootschappen - is dat zij een bijzondere overeenkomst zijn met persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten voor verbintenissen van de personenvennootschap. De wetgeving inzake personenvennootschappen stamt grotendeels uit 1838 en mogelijk nog van ervoor. In 2002 heeft de toenmalige Minister van Justitie een poging gewaagd om het personenvennootschapsrecht te moderniseren. Het wetsvoorstel uit 2002 kende een indeling tussen openbare, stille vennootschap en maatschap, waarbij de openbare vennootschap al dan niet rechtspersoon kon zijn. Voor de oprichting was een notariële akte vereist. Dit voorstel stuitte bij ondernemers en beroepsbeoefenaars op een aantal bezwaren. Deze zaten met name in het vereiste van de notariële akte en de als ingewikkeld ervaren regeling rondom de verkrijging van rechtspersoonlijkheid. Bovendien zouden de bepalingen van titel 7.13 leiden tot aanpassing van vennootschapscontracten, met alle kosten van dien. De regeling is uiteindelijk bij brief van 5 september 2011 door de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie ingetrokken.

Om aan de bezwaren die aan het wetsvoorstel uit 2002 kleefden tegemoet te komen is vanuit de praktijk een initiatief gestart om met een nieuw voorstel te komen. Dit initiatief is in belangrijke mate de basis geweest voor het ambtelijk voorontwerp “Modernisering personenvennootschappen” zoals de huidige Minister voor Rechtsbescherming dat op 22 februari 2019 ter consultatie heeft aangeboden.

Uitgangspunten in de voorgestelde regeling:

Het ambtelijk voorontwerp beoogt ondernemerschap te faciliteren, zekerheid te bieden aan het handelsverkeer en in passende bescherming te voorzien voor zowel vennoten als degenen die met de vennootschap handelen. De personenvennootschap vormt een bijzondere overeenkomst, waarop in beginsel regelend recht van toepassing is. Bijzonder kenmerk van de personenvennootschap is dat deze op eenvoudige wijze kan worden aangegaan, door het sluiten van een overeenkomst tussen de vennoten. Er is geen notariële akte of startkapitaal vereist. Dit maakt de beoogde personenvennootschap in het bijzonder een aantrekkelijke rechtsvorm voor startende ondernemers en beroepsbeoefenaars.

Daarbij geldt dat er een grote mate van vrijheid voor vennoten bestaat om zelf afspraken te maken die kunnen afwijken van de wettelijke regeling. Beperkingen aan de contractsvrijheid zijn hoofdzakelijk slechts gesteld ter bescherming van de belangen van derden, zoals de schuldeisers.

Een belangrijke vernieuwing betreft verder de toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de vennootschap. Dit zorgt ervoor dat goederen eenvoudig op naam van de vennootschap kunnen worden gesteld, maar het vereenvoudigt ook de toe-en uittreding van vennoten en brengt duidelijkheid voor de schuldeisers die -eenvoudiger dan voorheen- kunnen zien wat tot het vermogen van de vennootschap behoort.

Wel is er in het voorontwerp een beperking opgenomen voor de verkrijging van registergoederen of het zijn van erfgenaam. Zo kan een vennootschap geen registergoederen verkrijgen of erfgenaam zijn zolang zij niet is ingeschreven in het handelsregister, om te voorkomen dat in het handelsverkeer onzekerheid bestaat over of een registergoed met succes aan een vennootschap is geleverd.

Wat in het voorontwerp blijft is de externe aansprakelijkheid van de vennoten. De vennoten blijven, ondanks de rechtspersoonlijkheid van de vennootschap, in beginsel hoofdelijk aansprakelijk voor verbintenissen van de vennootschap, voor zover aannemelijk is dat de vennootschap de verbintenis niet zal voldoen.

Zoals gezegd bevindt het voorontwerp zich nu in de consultatiefase welke eind mei 2019 eindigt. De verwachting is dat in elk geval de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, die graag ziet dat een notariële akte de basis vormt voor de oprichting van een personenvennootschap welke rechtspersoonlijkheid verkrijgt, een zienswijze bij de Minister zal indienen in een poging het voorontwerp op onderdelen te wijzigen en dat de Minister daarna een (al dan niet gewijzigd) wetsontwerp bij de Tweede kamer zal indienen. Zodra over de inhoud meer duidelijk is zal dat via een follow-up op deze website bekend worden gemaakt.

Ook interessant voor u

In de kijker

Hoe kunnen wij u helpen?