Het beslag- en executierecht gaat op de schop als het aan minister Sander Dekker van Rechtsbescherming ligt. Hij stuurde op 21 juni jl. een wetsvoorstel met aanpassingen naar de Tweede Kamer. Sommigen van die aanpassingen komen de schuldeiser ten goede, maar de meeste beperken vooral zijn "verhaalsmogelijkheden" ten aanzien van schuldenaren. In dit artikel bespreken we wat de wijzigingen betekenen voor verhaalsinstrumenten, het derdenbeslag en beslag roerende zaken. Daarbij benadrukken we dat het wetsvoorstel gedurende de parlementaire behandeling nog kan wijzigen.
Bankbeslag
Onder het huidige recht kan een schuldeiser in alle vrijheid een derdenbeslag op de bankrekening van een schuldenaar leggen. Daarbij geldt geen beslagvrije voet, waardoor het gehele banksaldo op de beslagdatum onder het beslag valt.
Onder het nieuwe recht gaat dit veranderen. Een beslag op het banksaldo van een natuurlijk persoon mag zich voortaan gedurende een maand na het beslag niet uitstrekken over een bedrag gelijk aan de beslagvrije voet van die schuldenaar. Zo moet de schuldenaar ook in geval van bankbeslag van een bestaansminimum gegarandeerd blijven.
Hoe nobel deze ingreep ook lijkt, hij tast ook de verhaalsmogelijkheden voor schuldeisers verder aan. Positief aan de maatregel is dat de gerechtsdeurwaarder in de executiefase een bank mag vragen of die voldoende financiƫle middelen voor de schuldenaar heeft. Bij een bankbeslag heeft de gerechtsdeurwaarder deze bevoegdheid nu nog niet.
Beslag roerende zaken
Een ander, vaak toegepast beslag is het beslag op roerende zaken zoals huishoudelijke inboedel, computer, voertuigen, etc. Deze vorm van beslag is nu al aan restricties gebonden, maar die restricties worden in het wetsvoorstel van de minister nog strenger. Zo zal beslag op huishoudelijke inboedel in de toekomst alleen nog toegestaan zijn wanneer die inboedel "bovenmatig" is. Dat zal de schuldeiser of diens gerechtsdeurwaarder dan ook moeten aantonen, wellicht zelfs in de vorm van een taxatierapport.
In het wetsvoorstel staat ook een verbod op beslaglegging op noodzakelijke bestaansmiddelen voor de schuldenaar en gezinsleden die bij hem of haar in huis wonen. Daaronder vallen ook scholing en studie. Dit zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat een beslag op een auto niet meer kan omdat de schuldenaar die nodig heeft voor zijn werk of bedrijf. Tenzij het natuurlijk gaat om een vordering die juist daarop betrekking heeft.
Schulden voorkomen
Hoewel de minister grotendeels de adviezen van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders heeft gevolgd, lijken in zijn wetsvoorstel de rechten van belangen van de schuldenaren centraal te staan -schuldeisers betalen daarvoor de prijs. Gaat die wetsvoorstel door, dan zal het voortaan lastig zijn om een schuld te verhalen op een schuldenaar met een marginaal inkomen en/of vermogen. Daarmee zullen schuldeisers in de toekomst meer moeten doen om schulden te voorkomen. Een ander inkomens- of uitkeringsbeleid was welkom geweest.