Op 23 april j.l. werd het jaarverslag van de Rechtspraak gepubliceerd. Uit het verslag blijkt dat het aantal rechtszaken het afgelopen jaar in bijna alle rechtsgebieden fors is afgenomen. Met name het aantal zaken aangebracht bij de sector kanton van de Rechtbank is flink gedaald. In 2017 zijn er maar liefst 81 duizend minder zaken aangebracht bij de sector kanton dan een jaar eerder. Het betreft dan met name dagvaardingen waarin betaling wordt gevorderd van een openstaande schuld.
Het jaarverslag meldt als reden voor de afnemende instroom van het aantal zaken: een verbeterde betalingsmoraal na de economische crisis, de toegenomen beschikbaarheid van buitenrechtelijke bemiddeling (als mediation). Echter ook –en naar onze mening vooral- de afschrikkende werking van relatief hoge griffierechten (de kosten die moeten worden betaald om een rechtszaak te mogen voeren) speelt een rol. Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, roept in zijn jaarbericht op deze griffierechten te verlagen, omdat moet worden voorkomen dat schuldeisers vanwege financiĆ«le redenen besluiten de gang naar de rechter niet te maken, met als gevolg dat zij met onbetaalde facturen blijven zitten. Wij juichen deze oproep van Frits Bakker toe, daar schuldeisers immers in staat moeten worden gesteld “hun recht te halen” en niet belemmerd moeten worden door griffierechten die relatief gezien (vaak veel) te hoog zijn in verhouding tot de openstaande vordering.
Rechters hebben als gevolg van de personele versterking in 2017 meer tijd aan een zaak kunnen besteden. Dat is belangrijk, omdat rechters voldoende tijd moeten hebben om zaken gepaste aandacht te geven, essentieel voor kwalitatief hoogwaardige rechtspraak. Toch blijft de werkdruk een knellend punt, zo blijkt uit het medewerkerswaarderingsonderzoek (MWO) van afgelopen jaar. Ondanks de personele versterking blijkt uit het jaarverslag dat de beoogde verkorte doorlooptijd van rechtszaken in 2017 helaas niet gehaald is.
Het jaarverslag meldt als reden voor de afnemende instroom van het aantal zaken: een verbeterde betalingsmoraal na de economische crisis, de toegenomen beschikbaarheid van buitenrechtelijke bemiddeling (als mediation). Echter ook –en naar onze mening vooral- de afschrikkende werking van relatief hoge griffierechten (de kosten die moeten worden betaald om een rechtszaak te mogen voeren) speelt een rol. Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, roept in zijn jaarbericht op deze griffierechten te verlagen, omdat moet worden voorkomen dat schuldeisers vanwege financiĆ«le redenen besluiten de gang naar de rechter niet te maken, met als gevolg dat zij met onbetaalde facturen blijven zitten. Wij juichen deze oproep van Frits Bakker toe, daar schuldeisers immers in staat moeten worden gesteld “hun recht te halen” en niet belemmerd moeten worden door griffierechten die relatief gezien (vaak veel) te hoog zijn in verhouding tot de openstaande vordering.
Rechters hebben als gevolg van de personele versterking in 2017 meer tijd aan een zaak kunnen besteden. Dat is belangrijk, omdat rechters voldoende tijd moeten hebben om zaken gepaste aandacht te geven, essentieel voor kwalitatief hoogwaardige rechtspraak. Toch blijft de werkdruk een knellend punt, zo blijkt uit het medewerkerswaarderingsonderzoek (MWO) van afgelopen jaar. Ondanks de personele versterking blijkt uit het jaarverslag dat de beoogde verkorte doorlooptijd van rechtszaken in 2017 helaas niet gehaald is.