Duoblog: Grenzeloze betekeningen deel 2








Grenzeloze betekeningen – deel 2


Vorige week hebben wij u deelgenoot gemaakt van de reis die je als schuldeiser soms in figuurlijke zin moet afleggen om de weg naar de wederpartij te vinden. Want wat te doen als uw wederpartij in een ander land woont of gevestigd is en u voor het bereiken van die partij onze landsgrenzen over moet gaan? Hoe de betekening aan een partij die verblijft in een land dat onderdeel is van de EU en dus valt onder de EG-betekeningsverordening of valt onder het toepassingsbereik van het Haags Betekeningsverdrag in zijn werk gaat heeft u kunnen lezen in Grenzeloze betekeningen deel 1.  Deze week nemen wij u voor de betekeningsvereisten mee naar andere gebieden van de wereld. 


Rechtsvorderingsverdrag 1954

U kunt de betekening volgens het Rechtsvorderingsverdrag 1954 gerust als een zeldzaam fenomeen betitelen. Maar voor de betekening in landen als Suriname en Vaticaanstad, geldt dit Verdrag wel degelijk. U komt bij dit Verdrag uit als de betekening gewenst is in een land dat geen onderdeel is van de EU en geen lid is van het Haags Betekeningsverdrag. Of een land lid is van het Rechtsvorderingsverdrag 1954, kunt u terugvinden op www.hcch.net.Ook in het toepassen van de formaliteiten uit het Rechtsvorderingsverdrag zult u veel moeten schakelen tussen het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954. In art. 4 lid 1 van de Uitvoeringswet wordt namelijk geregeld dat de betekening geschiedt conform art 55 Rv.
Een verschijnsel dat we in de andere hiervoor besproken verordeningen of verdragen nog niet eerder zijn tegen gekomen, is de verplichte vermelding van het beroep van de geadresseerde (art. 4 lid 2 Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954). Als u dus een opdracht uit handen geeft waarin er betekend moet worden conform dit Verdrag, dan is nader onderzoek vereist. Voor wat betreft andere eisen is het in het Rechtsvorderingsverdrag niet zozeer het land dat bepaalt of er aanvullende eisen zijn, maar de gevraagde wijze van betekening. In het Rechtsvorderingsverdrag kunt u namelijk vier vormen van betekening kiezen: 
  1. Eenvoudige afgifte
  2. Mededeling in de vorm die in het land van bestemming is voorgeschreven voor het verrichten van soortgelijke mededelingen
  3. Mededeling, als in sub b bedoeld, maar alleen als eenvoudige afgifte niet mogelijk is
  4. Mededeling in bijzondere, in het exploot duidelijk aan te geven, vorm; Voor de betekeningen conform de wijzen b, c en d moet er vertaald worden. Het Rechtsvorderingsverdrag geeft die verzoekende partij zelfs nog een extra vereiste mee: het moet gaan om een beëdigde vertaling. Aangezien sub c de meeste rechtszekerheid biedt dat het exploot de geadresseerde bereikt, is dat de meest gekozen vorm en geldt er dus bijna altijd een vertalingsvereiste.
De systematiek van het Rechtsvorderingsverdrag kent veel gelijkenissen met die van het Haags Betekeningsverdrag. Er wordt immers ook op basis van art 55 Rv betekend. Dus ook in het Rechtsvorderingsverdrag betekenen we aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie. En ook in het Rechtsvorderingsverdrag 1954 betekenen we twee afschriften aan het parket waarna we een derde afschrift per aangetekende post aan de betrokkene verzenden (art. 4 lid 3 Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954 j° art 55 Rv). Het moment van betekening is dus ook het moment van betekenen aan het parket.

Artikel 55
Het is een veelgenoemd artikel in dit tweedelige blog waardoor we bijna zouden vergeten dat de ‘artikel 55-betekening’ een op zichzelf staande betekening is. Stuit u dus op een wederpartij die woont of gevestigd is in een land dat a) geen onderdeel uitmaakt van de EU, b) geen lid is van het Haags Betekeningsverdrag en c) geen lid is van het Rechtsvorderingsverdrag, dan kan het zomaar zijn dat we moeten betekenen conform artikel 55 Rv. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Curaçao, Sint Maarten en Aruba. Maar ook buiten het Koninkrijk der Nederlanden zijn er landen waarin conform artikel 55 Rv betekend moet worden. Voorbeelden zijn Kosovo, Dominicaanse Republiek, Niger en Tunesië.

De formele betekening is in deze blog uitvoering besproken. Bij een echte artikel 55 Rv betekening betekenen we aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie. Zij zenden het exploot door naar de instanties in het land van betekening. Een tweede afschrift wordt door de deurwaarder per aangetekende post verzonden aan de wederpartij. En uiteraard is het moment van betekening simpelweg het moment dat er door de Nederlandse deurwaarder bij het parket betekend wordt.
In de wet vinden we op dit punt geen vertalingsvereisten. Deze gelden dus in beginsel niet. Maar ook hierin zit soms een verschil tussen de letter van de wet en de praktische invulling. Zo verzendt het OM geen stukken naar de Dominicaanse Republiek als deze niet vergezeld gaan van een beëdigde vertaling in het Spaans en zult u dus toch de vertaler aan het werk moeten zetten.

Tot slot
Uw voornemen dat u voor u zelf of uw cliënt tot het uiterste gaat om een vordering door de rechter vast te laten stellen of te incasseren, is een nobel streven. Dit voornemen hoeft in de huidige tijd niet beperkt te worden door onze landsgrenzen. Ook als de wederpartij in een ander land woont of gevestigd is, zijn er manieren om aan hen te betekenen. Natuurlijk kunt u in een dergelijke situatie op onze bijstand rekenen. Wij zoeken graag voor u uit welk betekeningsregime er geldt waarbij we de formaliteiten voor u in kaart brengen en volgens deze formaliteiten betekenen. 



Heeft u nu een opdracht ter buitenlandse betekening die buiten de toepassing van bovenstaande situaties valt? Neemt u gerust contact met ons op om de mogelijkheden direct te bespreken.


Sabine Kemps en Michael Smitskam

Legal@agintimmermans.nl,  0884 11 12 13
 

 
 

Ook interessant voor u

In de kijker

Hoe kunnen wij u helpen?