De kunst van een goed verlof



Het veiligstellen van vermogen of waardevolle zaken vóór een procedure begint, kan door het leggen van een conservatoir beslag. Dat begint met het opstellen en indienen van een verzoekschrift. Met het verkregen verlof gaan onze gerechtsdeurwaarders voor u op pad. Om de kans op succes te vergroten én omdat wij voor onze opdrachtgevers graag een stap verder gaan, geven we u in dit artikel wat meer informatie over dit traject.


Casus: De prachtige auto

Stel dat u een verlof heeft gekregen voor een beslag op de roerende zaken van de betrokkene. Niet zomaar roerende zaken, maar ook de Porsche en Ferrari die de schuldenaar in bezit heeft. Wanneer onze deurwaarder  ter plaatse komt en één van deze auto’s aantreft laat hij deze direct afslepen. Maar als er in het verlof geen verlof gegeven is voor gerechtelijke bewaring kan de auto helaas niet afgesleept worden.

De gerechtsdeurwaarder heeft met art. 447 Rv in de executoriale fase een bepaalde beoordelingsruimte om te bepalen of gerechtelijke bewaring bij een beslag op roerende zaken noodzakelijk is.  Maar in de conservatoire fase krijgt hij deze beoordelingsruimte niet. Voor een conservatoir beslag wordt een dergelijke bevoegdheid te ingrijpend geacht en is een voorafgaande toetsing door de voorzieningenrechter noodzakelijk. Een gerechtvaardigde reden voor dit standpunt is het ontbreken van de beoordeling in de hoofdzaak. Bovenstaande situatie komt helaas regelmatig voor. Uiteraard bellen wij in deze gevallen met de voorzieningenrechter om ervoor te zorgen dat we de auto alsnog af mogen slepen. Problemen worden voorkomen als u in uw verzoekschrift betoogt dat gezien de hoge waarde van een in beslag te nemen voertuig, in samenhang met het zeker stellen van enig verhaal en de vrees voor verduistering, reden voor de voorzieningenrechter zou zijn om ook verlof te verlenen voor het in gerechtelijke bewaring nemen van een voertuig.



(On)willige derde
We blijven bij het voorbeeld van die prachtige auto. U heeft verlof gevraagd en gekregen voor een conservatoir beslag op de roerende zaken van de betrokkene. Maar wat nu als blijkt dat die auto ter reparatie bij een garage staat of zich op een andere manier onder een derde bevindt? In beginsel is er geen probleem. De deurwaarder mag dezelfde weg bewandelen als de betrokkene. Wanneer de auto bijvoorbeeld in een garagebox van een derde staat waar de betrokkene zijn auto op elk tijdstip op kan halen zonder hulp van die derde, dan kan en mag de deurwaarder dat ook. Hij heeft immers toegang tot elke plaats (art. 444 Rv).

Het kan problematisch worden als de hulp van de derde nodig is voor bijvoorbeeld aanwijzing van de auto of wanneer toestemming om het terrein van die derde te betreden nodig is. Wanneer de deurwaarder geconfronteerd wordt met een onwillige derde is dat vooral vervelend voor u en uw cliënt, want het heeft gevolgen voor het te leggen beslag als het verlof niet in deze situatie voorziet.


Uw verlof voorziet namelijk in een beslag op roerende zaken. Het (executoriale) beslag op roerende zaken wordt geregeld in de artikelen 439 tot en met 474 Rv. Daarin staat dat als deuren gesloten blijven, de geëxecuteerde de toegang weigert of niet aanwezig is, de deurwaarder binnen mag treden in het bijzijn van een (hulp)Officier van Justitie (art. 444 Rv). Maar dit artikel richt zich op de afwezigheid of het niet meewerken van de geëxecuteerde en niet op een derde. Tegen een derde mogen wij geen politiedwang gebruiken en zijn wij op dat moment afhankelijk van de medewerking van die derde. Als deze niet meewerkt omdat hij een recht meent te hebben op het voertuig, treedt art. 461d Rv in werking. Dit  artikel schrijft voor dat de deurwaarder in dat geval de regels van het derdenbeslag moet volgen en dus derdenbeslag moet leggen onder de onwillige derde. Werkt de derde in het geheel niet mee en is het voor een beslag op de roerende zaak vereiste zichtcontact niet mogelijk, moet de deurwaarder ter plaatse derdenbeslag leggen. Met het beslag op de voet van 461d Rv en 475 Rv zorgt de deurwaarder ervoor dat de auto niet afgegeven mag worden aan de schuldenaar en de derde na vier weken een verklaring moet afgeven waarin staat wat hij ten behoeve van de betrokkene onder zich heeft.


In de praktijk voorziet het verlof niet in het leggen van een conservatoir derdenbeslag Ook in deze situatie proberen wij dat verlof alsnog te krijgen. Maar voorkomen is beter dan genezen. In die gevallen waarin u weet dat de in beslag te nemen zaak zich onder een derde bevindt, kunt u in uw verzoekschrift opnemen dat u geen kennis draagt van eventuele rechten die de derde op het betrokken beslagobject heeft, noch dat u het gedrag of standpunt van de derde omtrent het voorgenomen beslag kunt voorspellen en u daarom ook verlof wenst voor het leggen van conservatoir derdenbeslag.

Griffierechten
Als u verlof aanvraagt worden er griffierechten geheven. Dit gebeurt nogmaals wanneer u namens uw cliënt de eis in de hoofdzaak in gaat stellen. Gelet op de hoogte van de griffierechten is dit een behoorlijke financiële belasting voor uw cliënt. In art. 11 van de Wet Griffierechten burgerlijke zaken is voor dergelijke gevallen geregeld dat het te betalen griffierecht verminderd mag worden met het griffierecht dat al betaald is in de zaak waarop het geding betrekking heeft. Kortom: het voor het conservatoir beslag betaalde griffierecht strekt in mindering op het griffierecht dat betaald moet worden in de hoofdzaak.

Tot slot

Om samen met u tot een optimaal resultaat te komen wisselen we graag al met u van gedachten bij het opstellen van het verzoekschrift. Zo vergroten we de kans op een succesvol beslag. Heeft u vragen of wilt u overleg? Neem dan contact met ons op!

 





Ook interessant voor u

In de kijker

Hoe kunnen wij u helpen?